Ik was het grootste gedeelte van deze week weer eenzaam en verlaten. Mijn wederhelft en ook steun en toeverlaat, moest voor haar werk weer eens naar het buitenland. Op maandag met het vliegtuig vertrekken, op donderdagavond weer thuis. Ik had dus het rijk helemaal voor mezelf alleen gedurende deze dagen. Op de kat na dan. Dat beest richtte zich nu, uiteraard, geheel op mij voor haar broodnodige aandacht. Maar daar is het ook nog een jong beestje voor. Verder wil ik over de werkweek niets meer kwijt. Op de opmerking na, dat ik in ieder geval nog in de maand februari definitief nog bij de staat der Nederlanden gedetacheerd zit. Wat bracht het weekend? Ook dat viel ontzettend mee, qua inspanning en belevingsdichtheid. Op zaterdag spontaan besloten om de open haard te gebruiken voor het verwarmen van de woonkamer. En Martijn kwam bij zijn ouders en broer nog op bezoek. Altijd gezellig. Martijn gaat de volgende maand nog weer verhuizen. Hij bewoont nog een kamer van 12 m2 in een zusterhuis van de psychiatrische inrichting hier in Amersfoort, maar na twee jaar is hij dit meer dan zat. Zijn oom had een appartement gekocht in Amersfoort om te gaan verhuren en Martijn had hier wel oren naar. Nu gaat hij samen met een vriend van hem dat appartement bewonen, en in maart gaat hij dus verhuizen. Hij heeft er echt veel zin an. Op zondag kwamen mijn ouders nog ter koffie. Dat ging na verloop van tijd vanzelf over in borreltijd, dus daarmee hadden wij ook de zondag weer nuttig en aangenaam besteed. Als u uit bovenstaand verhaal de conclusie trekt dat het leven rustig voort kabbelt in huize Faber, dan kan ik met deze conclusie het ook eens zijn.