De eerste volle werkweek na mijn vakantie zit er ook weer op. En ik heb nu alweer heimwee naar het beloofde land. Maar goed. Het moet eerst natuurlijk verdiend worden! Ik mocht maandag mij gaan melden bij een nieuwe klant. Wederom een verzekeraar. En de locatie waar ik mij mag melden voor mijn dagelijkse arbeid is dit keer Tilburg. Eenhondenvier kilometer enkele reis. Tweehonderdenacht kilometer op een dag. Ik wil nog niet te vroeg juichen na een week ervaring, maar ik geloof dat ik nog niet mag mopperen over de files. Die staan iedere keer aan de andere kant van de vangrail. Wel mag ik vrij vroeg mijn bed verlaten. Mijn streeftijd is namelijk dat ik om 8 uur in de morgen op mijn toegewezen flexplek ben. Maar, zoals gezegd, tot nu toe weinig fileleed, en dat brengt mijn reistijd op een uur en een kwartier voor de enkele reis. Natuurlijk mag ik niet klagen. De afgelopen jaren was ik ernstig verwend met een opdracht in Apeldoorn. Het weekend dan maar weer. Zaterdag hadden Marjolein en ik eigenlijk het plan om weer eens gebruik te maken van onze museumjaarkaarten. Maar eigenlijk hadden we zaterdag beiden geen zin om de deur uit te gaan. Dus de zaterdag hebben we redelijk vegetatief doorgebracht. Op zondag moest ik om zes uur in de ochtend mijn bed uit, want mijn meisje moest de trein naar Parijs halen (werk!), en de spoorwegen hadden weer eens besloten dat er rond die tijd geen verkeer mogelijk was vanuit Amersfoort in verband met werkzaamheden. En daarom kon ik 's morgens Marjolein gaan wegbrengen naar Utrecht Centraal. Dus zondag meteen rechtrstreeks uit bed mijn kleren aangeschoten en in de auto gestapt. Voordeel van dat tijdstip is wel dat het bijzonder rustig is op de weg, en dat betekende weer dat ik, na Marjolein in Utrecht te hebben afgezet, om klokslag zeven uur weer mijn bed indook, om mijn broodnodige slaapschuld te gaan inlossen. Verder natuurlijk nog de F1 gekeken. Niet echt een bijzonder interessante race. Martijn kwam nog langs om zijn nieuwe motorpak (volledig zwart) te showen. Ik ben blij dat hij nu niet meer in spijkerbroek op de motor stapt. Ook kwamen mijn zwager en zijn vrouw nog even langs om te zien hoe we de vakantie hadden overleefd. Het werd dus nog heel gezellig in huize Faber. Maar om zeven uur in de avond had iedereen mij weer verlaten. Ruben was weer afgereisd naar Woensdrecht, en de visite was ook weer spoorloos verdwenen. En daarmee kwam er weer een eind aan de afgelopen week.